Moedig

Wat is ze onwijs moedig, mijn moeder. Wat blijft ze positief, mijn moeder. Wat zal ze het ongelooflijk moeilijk hebben. Ze weet het. Ze is zich er pijnlijk van bewust en wordt er steeds meer onzeker van. Wat gaat het hard bergafwaarts momenteel. Zowel gisteren als vandaag is ze alle besef van dag en dagdeel kwijt. Op zondagavond is ze er van overtuigd dat het maandagochtend is. Ze wacht beneden in de hal op de taxibus voor de dagopvang. De medicijnen van maandag neemt ze op zondagavond in. Ik heb heel wat overtuigingskracht nodig om haar in de realiteit te praten. Dat lukt, maar slechts voor heel even. Haar geheugen wordt steeds meer “heel even”.

Wat is het af en toe verschrikkelijk moeilijk om te beseffen dat mijn moeder steeds meer in haar eigen wereld zal gaan leven. Een wereld die haar bang maakt. Een wereld waar ik zelf ook met angst naar kijk. Wat is het soms moeilijk om te bepalen waar ik goed aan doe. En wat de juiste timing is. Wat is dementie ongelooflijk mensonwaardig.

Als ik later groot ben

Juli-augustus 2011. Mijn gedachten gaan uit naar mijn werk. Ik heb de allerleukste baan van HEMA. Die ik inmiddels 5 jaar met veel plezier uitoefen. Een baan die me veel tijd kost en waar ik heel veel voor terug krijg. Heerlijke mensen als collega’s, mijn energiebronnen. Geen dag is hetzelfde, elk gesprek of overleg levert nieuwe inzichten op en ik maak elke dag mooie momenten mee. Eens: ik heb ook dagen die me meer energie kosten dan opleveren. Met lastige gesprekken, veel paarse krokodillen, dwarsliggers, veelvragers, mensen die niet begrijpen dat 1 foutje in het hoofdkantoor op 600 plekken in 5 landen problemen oplevert. Dagen waarop ik behoorlijk tegen mijn eigen tekortkomingen aan loop. Dagen waarop ik me realiseer dat ik aan het herhalen ben, dat ik sommige activiteiten al 5 jaar terug zie komen. Alles tegen elkaar afwegende kan ik nog steeds volmondig zeggen dat ik de allerleukste baan van HEMA heb. Dat HEMA een heerlijk bedrijf is om voor te werken met een directie van wie ik veel vertrouwen en ruimte krijg.

Of het door de midlife crisis komt (hoezo crisis eigenlijk?) weet ik niet, maar van de zomer stelde ik mezelf de vraag wat ik wil worden als ik later groot ben. Over een jaar of 3 of zo. Ik bedacht een functie, die nog niet bestaat in onze organisatie. Programmamanager HEMA, waarbij ik organisatie-brede programma’s zou gaan doen en dus niet meer alleen voor de winkelorganisatie zou werken. Dat leek me erg leuk en vooral erg leerzaam. En ook goed voor de organisatie (zei ze arrogant). Maar zit de directie ooit op zo’n functie te wachten? Een baan waarbij ik mijn hersencellen weer gruwelijk zou moeten laten draaien en ik mezelf verder zou kunnen ontwikkelen in de competenties die nog wel wat ontwikkeling kunnen gebruiken. Het allergrootste nadeel zou wel zijn dat ik afscheid zou moeten nemen van de mensen van mijn huidige team. Een afdeling die ik (zo luxe!) ooit zelf heb mogen inrichten waarbij ik mijn eigen functie-inhoud heb mogen bedenken. Gedachten in de nazomer van 2011.

24 februari 2012:

Beste collega’s,
Langs deze weg laten we je weten dat Inge van de Ven een nieuwe functie binnen HEMA zal gaan bekleden, te weten de functie van programmamanager HEMA. Een nieuwe functie, waarbij ze samen met een aantal projectmanagers gaat werken aan strategische, HEMA-brede programma’s. In haar nieuwe rol rapporteert Inge aan Ronald van Zetten.
Guido Smit, in zijn huidige functie regiomanager bij verkoop, wordt de opvolger van Inge en gaat daarmee leiding geven aan de afdeling verkoop services. De mutatie vindt officieel plaats per 1 maart; de feitelijke overdracht zal iets later plaatsvinden.
Wij wensen Inge en Guido veel succes in hun nieuwe functie.
Namens de directie,
Ronald van Zetten

Oppaspret


Vooraf

Logeerbed opzetten en opmaken, knuffels op het bed. Traphekje boven aan de trap bevestigen om te voorkomen dat de kids in de nacht slaapdronken van de trap af mieteren. Boodschappen doen. Pannenkoekenmixschudbussen, vrolijke toppings, bob-de-bouwerworst, toetjes-met-smarties, knutseldoosjes, chocopasta, funcky vlokkies, pakjes sap, melk en brood halen. Twee lampjes gespot die van kleur veranderen, in de vorm van een auto en een paddestoel. Dat kan nog wel eens een succes worden voor €2,- per stuk, zegt m’n voorgevoel (dat later blijkt te kloppen). Vloerverwarming in de keuken aanzetten. De diepzeeduik-schatten voor in bad klaar leggen. Camera instellen. Snoetenpoetsers halen. Stofzuigen. Doos met speelgoed omkiepen op de warme keukenvloer. Jip & Janneke tafelkleedjes neerleggen. Enerzijds omdat die zo vrolijk zijn, anderzijds ter bescherming voor lijm, glitter en viltstift.

Jaaaaaaa, daar zijn ze!! Aan de grote tafel gaat Helen aan de slag met het versieren van een etui en knutselt Frank een in paar seconde een ingewikkelde blokkenauto in elkaar. We bakken pannenkoeken (de “foute” pannenkoeken belanden in de vuilnisbak), rennen door het huis, en daarna gaan de kids als tevreden lammetjes zo lief, vergezeld met de kleurige lampjes, slapen in het logeerbed. Om 3:00 uur staan 2 slaapdronken minimensjes in m’n slaapkamer. Om 03:03 uur heb ik ze weer in hun eigen bed terug gelegd na een dikke knuffel en om 03:05 slapen ze opnieuw als roosjes. Ven ligt vervolgens tot 5:00 uur klaarwakker. Om 6:00 uur is het volgens de boeven toch echt wel tijd om wakker te worden. Ze kruipen in het grote bed erbij en onder het genot van een tekenfilm probeer ik inderdaad tot leven te komen. Oefff.

Aan het ontbijt worden de funcky vlokken toch minder funcky gevonden als ik gehoopt had (“bah, er zitten gekleurde stukjes in!”). Desondanks is het erg gezellig keuvelen. Na het eten is het moment aangebroken om schatten en diamanten op te duiken in bad. Ze houden het lang vol in het water. Aankleden doen ze met enige hulp al helemaal zelf. Yeah, tijd voor tompoucen! Die maken we zelf; met name Frank blijkt dat geweldig leuk te vinden. Kok in spe? In de 2 minuten geduld die de kids kunnen opbrengen probeer ik een aantal portretten te schieten. Jemig wat is dat lastig! Naar buiten, de sneeuw in. Godzijdank vindt Frank het na een half uurtje te koud en wil hij naar binnen. Ik trek zelf die -15 graden in de zon ook niet dus Ven is happy dat we de warmte binnenshuis opzoeken. We maken een tekening voor papa en mama, bedenken woordjes met plakletters en lijmen nog wat glitter op het etui. Tijd voor broodjes met Bob-de-bouwer worst. Die na enige argumentatie mijnerzijds in de categorie “wel te eten” beoordeeld wordt door de fijnproevers. Na het eten speelt Frank voor spook en ligt hij vervolgens in een deuk als hij zichzelf terug ziet op het filmpje op de Iphone. De bel gaat. Papa en mama komen binnen en na koffie en knuffel vertrekt de familie richting huis.

Achteraf

Het ontplofte huis ontruimen van speelgoed. Traphekje weer de schuur in. Logeerkamer opruimen, wasmachine aan het werk zetten en stofzuigen. Naar de sportschool. Werken voor de hoofd sponsor. En bovenal heel erg nagenieten van de logeerpartij met 2 bijzondere kindjes.

Een weekendje met de kids. Voor veel van jullie heel gewoon. Voor mij blijft het bijzonder.

Steeds minder moeder

Mijn ouders hadden een huwelijk zoals ik dat nooit zou kunnen hebben. En nooit zou willen hebben trouwens; ik zou helemaal gek worden als ik zou moeten leven zoals die 2 dat deden. Ik heb veel bewondering voor de manier waarop zij elkaar niet in de haren zaten. Want dat deden ze nooit. Niet merkbaar althans. Alles deden ze samen. Dag en nacht waren ze samen. Waarbij mijn vader de initiatiefnemer was en mijn moeder nogal afhankelijk. Ik hield enorm van mijn ouders maar wist al gauw dat ik een ander leven zou gaan leiden. Zelfstandig en absoluut onafhankelijk wilde ik zijn!

Toen mijn vader overleed in 2005 deed ik verwoede pogingen om mijn moeder enige lessen in zelfstandigheid te geven. Vaak ging dat over heel basale zaken. “Hoe koop ik een kaartje voor de trein? Hoe zet ik de magnetron aan?” (Mijn vader kookte altijd, mijn moeder had een hekel aan koken en ik had er in mijn jeugd een hekel aan als ze dat toch deed….. het was namelijk euuhhh…. niet heel erg lekker. Sorry mam!).

“Hoe zet ik het alarm van de wekker aan en vooral…. ook weer uit?” (Het wordt toch een irritant deuntje als dat ding de hele dag staat te piepen). “De videorecorder, hoe laat ik dat ding iets opnemen? En huh?!? Heeft verkeer van rechts voorrang?? Ja, ik reed pap altijd maar achterna als we gingen fietsen”. (Mijn moeder heeft nooit haar rijbewijs gehaald en dat is zeer gunstig voor de verkeersveiligheid in Nederland!).

Ik vind dat ze cum laude geslaagd is voor haar praktijklessen; moeder redde zichzelf wonderbaarlijk en tot mijn grote geruststelling erg goed. Anderhalf jaar geleden begon me echter iets op te vallen. Vergeetachtigheid. Aanvankelijk twijfelde ik aan mezelf, of ik het wel goed zag. Die twijfel werd stilaan weggenomen en mijn angstige vermoeden werd bevestigd. Moeder wordt langzaam maar helaas zeker steeds vergeetachtiger. Moeder wordt steeds minder moeder.

Inmiddels wordt mijn moeder ondersteund door hele lieve mensen van de thuiszorg. De zorg in Nederland is er op gericht mensen zo lang mogelijk zelfstandig te laten wonen. Elke dag komt er iemand langs om te zien of het goed gaat, om haar te helpen douchen en om de structuur in haar leven zo lang mogelijk vast te houden.

Ik heb zelf geen kids, maar ik durf de paralel met een kind gerust te trekken. Mijn moeder wordt weer kind. Dat klinkt misschien erg cru, zo is het niet bedoeld – ik hou veel van mijn moeder – maar zo zie ik het wel. Ritme en structuur zijn cruciaal en uit het ritme zijn is gelijk aan geheel de weg kwijt zijn. Vorige week begeleidde ik haar toen ze de eerste keer naar de dagopvang ging. Ze wilde niet, en ik twijfelde vooraf enorm of ik de juiste beslissing had genomen. Ik neem beslissingen op intuïtie. Want ik kan echt niet altijd goed voorspellen of mijn keuze goed zal uitpakken en of het het juiste moment ervoor is.

De dagopvang. Een soort grote woonkamer met 2 groepen van 10 “gasten”. Met keileuke begeleiders (moeder woont in Brabant) die een lading engelengeduld met de paplepel ingegoten hebben gekregen. Die lepel is geheel aan mij voorbij gegaan trouwens. Ik heb echt moeten leren omgaan met de onuitputtelijke herhaling waarop mijn moeder me verhaaltjes vertelt en vragen stelt. Mijn tenen zijn er krom van gegroeid maar ook ik heb van mijn praktijklessen geleerd, al zeg ik het zelf.

Hilarisch is het af en toe ook wel. Mijn moeder vond aanvankelijk de dagopvang het meest verschrikkelijke dat ik haar ooit had aangedaan. Want “daar zitten allemaal van die grijze muizen en ook een mevrouw die het hoog in haar bol heeft en dat heb ik ook verteld”. O jee, dat heb ik weer, gaat ze op haar oude dag nog mot maken ook terwijl ze dat haar hele leven nog niet eerder heeft gedaan. Inmiddels heeft ze de smaak te pakken. Vol trots vertelt ze me aan het einde van zo’n dagopvangdag wat ze geknutseld heeft en welke liedjes ze gezongen heeft.

Gisteren ben ik schoenen met mijn moeder gaan kopen. Dat was wel humor; de smaak en voorkeur voor de nog aan te schaffen stappers wisselde zowat per minuut. Hadden we volgens mijn moeder in winkel nummer 8 dè mooiste/beste schoenen gevonden, haalt de verkoopster de juiste maat en bij het zien van dè mooiste/beste schoenen in de juiste maat blijken het volgens mijn moeder bij nader inzien toch echt vreselijke stappers in totaal de verkeerde kleur te zijn.
Ik hoopte maar dat de innerlijke stem in mijn hoofd (“ik heb geduld ik heb geduld ik heb geduld” ) door de verkoopster niet te horen was.
Zo werd de aankoop van een paar schoenen een middagvullende uitdaging die we net voor sluitingstijd met positief resultaat afgesloten hebben. Toen ik amper thuis was belde moeder me. Er stond een paar hele rare schoenen in haar huis.

Kabouterblogje

Geen idee of ik bij m’n geboorte veel centimeters telde. Wel weet ik dat ik als kind nogal aan de lange kant was. Alhoewel ik er beslist geen trauma aan over gehouden heb, vond ik het niet altijd leuk om “die lange” te zijn. Mijn vaste plek was achteraan. Achteraan in de rij, achteraan in de klas, achteraan op de foto. Ik vond het prima, ik hoefde niet zozeer op de voorgrond te treden. Minder prima was het dat ik op een gegeven moment mijn maat schoenen niet meer in het rek van de damesschoenen kon vinden maar toch echt moest uitwijken naar mannenstappers. Verschrikkelijk vond ik dat. Ik wilde hakken!

Terwijl ik opgroeide, groeide blijkbaar ook de gemiddelde lengte van de Nederlandse bevolking want steeds vaker kwam damesmaatje 42 terecht in de schoenenzaak. Er werden zelfs grote-maten-winkels geopend voor mensen zoals ik, die het met laarsmaatje 42 niet redden. Joehoe…..ineens had ik keuze!! Ineens kon ik zelfs laarzen mèt hak kopen. Wauw!!

Laarzen worden groter, schoenen worden groter, auto’s worden groter, vrouwen worden groter. Maar mannen worden kleiner! Echt waar!! Serieus, het is zo! Of lijkt het maar zo? Als ik in de trein of metro sta, zijn er maar weinig mannen langer dan ik. Kom op mannen, groei eens wat door! Als ik ooit nog eens een partner wil gaan zoeken, dan is de keuze wel erg beperkt vandaag de dag! Neem nou vanmorgen. Ik ging naar de mondhygiënist. Ik wist vooraf dat er een nieuwe (mannelijke) hygiënist zou zijn. Een boekje lezend in de wachtkamer, hoor ik mijn naam roepen. Ik kijk op maar zie niemand. Huh?? Nogmaals mijn naam. Ik speur met mijn ogen de balie af en…. ja hoor, ik zie nog net een stukje van een hoofd boven de desk uit komen. De man in kwestie was ècht wel èrg klein. “Hey, wat grappig, een hygiënekaboutertje” dacht ik direct en ik kon met veel moeite mijn gezicht enigszins in de plooi houden. “Gedraag je, van de Ven!”, was mijn volgende gedachte. Ik ben maar snel in de stoel gaan liggen zodat ik niet meer boven het hygiënistje uit torende. Bij het zien van al die tandartsapparaten werd ik vanzelf al wat kleiner en had ik spontaan geen medelijden meer met het kaboutertje. Hij ook niet met mij; ik vrees dat hij gedachten kon lezen en mijn ingehouden lach, toen hij zich voorstelde, niet heel erg kon waarderen. Al liggend leek de kabouter ineens veel groter dan ik. Slik.

De magie van muziek

Hoe en wanneer zou muziek eigenlijk ontstaan zijn, vraag ik me vanavond af. Wikipedia schrijft er o.a. de volgende tekst over:

“De eerste aanwijzingen van muziekinstrumenten, te weten rendiervoetkootjes, stammen uit het stenen tijdperk vanaf 600.000 voor Christus. De conclusie van wetenschappers is dat muziek als tovermiddel werd gebruikt, als ritueel, waarbij er nauwelijks verschil was tussen gezongen woorden of het produceren van klanken met snorrebotjes of muziekbogen. De oudste fluiten zouden hebben kunnen dienen als signaalinstrument. De sprong van primitieve signaalfluiten tot fluiten met gaten was enorm, en wijst op het ontstaan van muziek als ‘spel’, met magische werking. Opmerkelijk is wanneer men de relatie van muziek tot cultuur tracht te bekijken dat er geen volk op aarde is zonder vorm van muziekbeoefening. Er was waarschijnlijk geen duidelijk begin van muziek, maar het evolueerde gestaag vanuit experimenten, doelen en voortschrijdend inzicht, waarbij de mens steeds zich bewuster werd van de mogelijkheden van het gebruik van klank en taal in diverse georganiseerde vormen. Muziek was dus vanaf het begin min of meer geordend geluid, door de mens geproduceerd”.

De magische werking van muziek. Mooi! Mijn gedachten gaan verder. Wat betekent muziek eigenlijk voor me, wat doet muziek met mij?
Die vraag is niet zo moeilijk te beantwoorden. Muziek bepaalt mijn stemming en mijn stemming bepaalt m’n muziek. Dat gaat beide kanten op. Het gekke is dat ik muzieknummers altijd koppel aan mensen. Als ik een bepaald nummer hoor, ben ik in gedachten meteen weer terug bij de persoon en de situatie waarin ik met die persoon samen was.

Bij het horen van “Born to be alive” van Patrick Hernandez ben ik terug op de kermis bij de draaispin, als puber, samen met een vriendinnetje. Wat voelde ik me vrij dat ik van mijn ouders daar alleen heen mocht. Ik zie zo de beelden weer en voel me weer als toen.

Suzie Quatro met “If you can’t give me love” voert me linea recta naar de tienerkamer van Ingrid, toen we vriendinnen waren in de leeftijd van rond de 15-16 jaar. Leuke tijd. Binnenkort, 30 jaar later, ga ik haar weer ontmoeten. Gaaf!

“Mag het licht uit” van De Dijk brengt me terug naar 2008. Ik reed in de late avond met een vriend-collega terug van een openingsreceptie van HEMA Groningen. We hadden net een mooi, diepgaand persoonlijk gesprek gevoerd. Stilzwijgend, het gesprek nog landend, reden we over de donkere, haast verlaten snelweg. De lucht was zwart met heldere sterren. De muziek drong intens door in de nacht. En nestelde zich nog intenser in mijn geheugen.

Vriend Theo gaf me ooit een cd van Lennette van Dongen met het nummer “Schouder aan schouder”. Ze zingt daarin over haar vader. In die tijd was mijn vader ernstig ziek. Tranen hebben rijkelijk gevloeid bij deze song en nog steeds als ik het hoor, raakt het me.

“City to City” staat voor mij gelijk aan de toespraak van Roel bij mijn afscheid van AH. Woorden die diepe indruk maakten op me. Ik zie ons nog zo staan, daar in Muiderberg. Voorgoed gegrift in m’n hersencellen.

U2 “Moments of surrender”…..met Willem in het stadion in Rome. Mijn favoriete nummer werd als toegift gespeeld. Wat een onwijs gave avond!

Faithless met “We come one”….met Patrick in Ahoy. We hebben al heel wat concerten samen bezocht maar met dit nummer is onze muziektour beslist begonnen. Later kwamen er nog vele concerten bij!

Herinneringen aan “Lowrider” bij het luisteren naar het nummer “In the Day’s of the caveman” van de Crash test dummies. Ik heb ooit een paar maanden een stoere vent op een Harley als vriendje gehad. Van hem heb ik veel geleerd op muziekgebied. Dit nummer hebben we grijs gedraaid tijdens een gezamenlijke vakantie in Portugal. De vriendschap ging na (of eigenlijk al tijdens;-) de vakantie snel voorbij maar de muziek is altijd gebleven.

Faithless met “Insomnia” brengt me terug naar hun afscheidsconcert in Londen afgelopen jaar. Het beste concert dat ik tot nu toe ooit heb meegemaakt; magistraal!

Over magic gesproken. Die Disneysong. Ik weet de titel niet zo uit m’n hoofd maar je herkent vast en zeker de melodie. Die voor mij onlosmakelijk verbonden is aan Mirjam.

Laat me 2 seconde horen van het nummer “Blue” van Eiffel 65 en alle beelden van Blauw in Willingen verschijnen weer op mijn netvlies. Werkelijk uniek en onbeschrijflijk gaaf voor ieder die het (AH) event beleefd heeft. Trijntje’s “De Zee” veroorzaakt spontaan beelden van het kaderevent in Den Haag. Met dansende auto’s op het podium en Magda die de workshop met kubussen deed. Theo, Nel, Pascal, Mirjam, Anouk, Ronald, Frans, Magda, Mariska en Bert. Kippenvel gegarandeerd.

Zo kan ik nog vele blogvelletjes vullen want er zijn zóveel nummers met zóveel herinneringen. Point taken. Muziek is magie.

Ooit al eens model willen zijn?

Ja? Dan heb je dit jaar de kans!

Op 2e kerstdag reed ik naar Pebru in la douce France. Op uitnodiging van goede vrienden Patrick & Babs dompelde ik me 5 dagen onder in hun leven “op de berg”. Een heel ander leven dan ik hier in Nederland leid. Pebru bestaat uit een doodlopende straat met 5 typisch Frans gebouwde authentieke huizen. Gelegen in een prachtige omgeving, waar rust de boventoon voert en waar het woord “file” in geen enkel woordenboek voorkomt. Waar de supermarkt op 25 autominuten vandaan ligt en de bakker met een soort van SRV-wagen een aantal keer per week aan huis komt. Waar de riolering een septic tank is en een elektrische deken en sloffen hoogstnoodzakelijke attributen zijn voor een koukleum zoals ik. Waar de houtkachel in de grote woonkeuken zorgt voor letterlijk en figuurlijk warmte en gezelligheid. Waar de kinderen van Patrick en Babs een fantastische jeugd hebben; ze groeien op in de natuur, in alle rust en ruimte, 2-talig met meer dan voldoende mensen om zich heen vanwege de cursisten en de campinggasten die in het zomerseizoen aanwezig zijn. Het leven in Pebru ervaar ik als veel intenser en bewuster dan hier in het drukke en hectische Nederland. Dat ik er op vakantie ben en zelf ook in de relaxstand ga, heeft daar natuurlijk ook mee te maken, dat realiseer ik me terdege. Ik heb de afgelopen dagen weer enorm genoten van gastvrijheid en vriendschap.

Naast lekker eten, muziek luisteren, veel mooie gesprekken en winkelen ben ik ook aan de slag gegaan met portretfotografie. Ik wil dat graag leren, omdat ik het een van de meest mooie vormen van fotografie vind en tevens ook de moeilijkste. (Ik maak het mezelf soms graag moeilijk dus dit past wel bij me;-). Patrick heeft me met veel geduld de wereld van portretten leren ontdekken.
De techniek achter de foto, dat gaat me nog wel een keer lukken. Maar hoe leg ik het beste van de mens vast op de gevoelige plaat? Hoe kan ik via een foto laten zien hoe ik naar de persoon kijk? Hoe zorg ik ervoor dat iemand zich zo kwetsbaar opstelt dat ik zijn/haar meest pure vorm mag zien? Hoe kan ik zó dichtbij komen dat ik diep in de ogen kan kijken zonder dat het als confronterend wordt ervaren? Hoe maak ik echt contact?

Ik heb nog veel te leren. Ik wil veel oefenen, want ik vermoed dat ik ontdekt heb waar echt mijn voorkeur in de fotografie ligt. Ik wil het op z’n minst gaan ontdekken, die wereld. Ik zoek daarom mensen die geduld hebben en zich willen laten fotograferen door me. Het kost je een ritje naar Amersfoort (eventueel kan ik ook naar jou toe komen, maar het liefst installeer ik m’n apparatuur hier) en een paar uur geduld. Je krijgt er koffie en een aantal digitale foto’s voor terug. Als ik het goed heb gedaan, zul je er blij mee zijn. En anders heb je in ieder geval je goede daad van dit jaar gedaan en me geholpen met oefenen.

Heb je interesse? Stuur gerust een mail en we maken een afspraak. Hierboven zie je een voorbeeld van een dame die in Pebru met veel geduld heeft geposeerd. Met hulp van Patrick was ik er aan de slag, ik geef het toe. Ik wil het zonder zijn directe hulp ook kunnen. Het voelt als een eerste autorit zonder rij-instructeur. Met dat verschil dat ik mijn werk achteraf wel door Patrick laat beoordelen. Want ik moet en wil nog ó zo veel leren.

Kerstig

In tegenstelling tot de afgelopen jaren, doe ik dit jaar nogal kerstig. Op 5 december was ik klaar met Sint en stond er ineens een kerstboom in huis. Een echte die er inmiddels behoorlijk nep uitziet; de naalden zijn nagenoeg allemaal tot de parketvloer afgedaald. Ik heb zojuist een album met 100 kerstnummertjes gedownload van Itunes. In vergelijking met de 8 kerstcd’s die in m’n kast liggen is er overigens bedroevend weinig nieuws aan het repertoire van allergrootste kersthits-aller-tijden toegevoegd. Band Aid en John Lennon blijven blijkbaar legendarisch favoriet.

De afgelopen 2 dagen was ik met vriendinnetje Lieke in Londen. Diegene die me wat beter kennen weten dat ik sowieso groot Londenfan ben, maar met kerst is het helemáál geweldig daar. Ik heb weer onwijs genoten van the Borough Market (een méér dan must voor elke retailer), Neal’s allerbeste kaaswinkel, de wijk Marylbone (was ik nog niet eerder geweest, bijzonder sfeervol en er zit zelfs een schoenenwinkel waar grote maten dameslaarzen verkocht worden……..joehoeoeoeoe ze pasten nog nèt in m’n rugzak), Covent Garden (blijft leuk, deze keer een enthousiast kerstkoor en een Italiaans-zingende jonge blom die zó goed zong dat we vermoedden dat hij playbackte), de tuk-tuk (“trap eens even door Carlos, het wordt koud hier binnen”), de waanzinnige glamourdecoratie van Selfridges, de sushi in het enige restaurant waar nog wèl plek was, de beautiful black boy in de metro die we nagezwaaid hebben (zijn dag was weer goed en wij mochten graag naar hem kijken), Paul die het tegenwoordig erg goed doet in Londen (met heerlijke broodjes en vooral véél lekkers) en bovenal het gezellige gezelschap van Lieke.

Crisis in Europa? In Londen niets van te merken! Waanzinnige prijzen in Selfridges en er werd gekocht alsof het allemaal bijna niets kostte. De catsuit die Lieke paste had een prijslabeltje van slechts £2350,- en de tasjes van Gucci gingen er als zoete broodjes over de toonbank. In de stad kon je over de koppen met bontmutsen lopen, bij Abbercrombie & Fitch stond een enorme rij voor de kassa (gemiddelde bonwaarde vast en zeker boven de £75,-…. daar kun je wel wat modelletjes met sixpack voor laten dansen) en de pubs en restaurants puilden uit van dorstige en hongerige lieden. Geen idee of er dit jaar meer of minder kerstaankopen worden gedaan in Londen, maar maak mij niet meer wijs dat er crisis is. Althans niet voor de bezoekers van deze stad.

Nog een weekje, dan is het kerst. Even knipperen met je ogen en 2011 is weer voorbij. Vanuit een heerlijk warme huiskamer, met kerstmuziekjes op de achtergrond en een naaldloze kerstboom in het zicht, wens ik je gezellige dagen en een inspirerend 2012 toe, vol met mooie belevenissen. Ik deel ook in het nieuwe jaar de mijne graag al bloggend met jou.

Service en cupjes

Onder het genot van smaakbeleving “zwart” en een heerlijk muziekje tik ik deze blog. Een blog die gaat over service verlenen. Al zo lang als ik in de retail werk is “service” een doel. Zowel bij mijn vorige werkgever, de blauwe jongens, als bij mijn huidige hoofdsponsor blijft het een nagenoeg kansloze uitdaging om alle medewerkers in de winkel service te laten verlenen. En wat is dat dan, “service”? Bij HEMA definiëren we het bijzonder eenvoudig: de klant aankijken en begroeten, netjes te woord staan, meelopen als ze om een artikel vraagt en tenslotte fatsoenlijk afscheid nemen. De meest basale vorm van service verlenen. Want de volgende stap is in gesprek gaan met de klant en bijverkopen. Begaan zijn met de klant, het leuk vinden de klant te helpen. De klant belangrijk maken. Passie hebben en uitstralen. Zo kan ik nog wel even doorgaan. In elk programma dat ik sinds 2007 heb geschreven voor de winkels, zit wel een service-element opgesloten. Ik zal niet al te negatief zijn: er is de afgelopen jaren best het een en ander verbeterd, de bijverkoop stijgt behoorlijk en er zijn filiaalmanagers die echt zichtbaar passie hebben voor hun vak en van hun klanten houden. Maar nog al te vaak is het droevig gesteld met de service en passie in de winkels. Is het een kwestie van de zogenaamde Nederlandse nuchtere cultuur? Van fatsoen, dat in steeds mindere mate in de opvoeding van jongeren herkenbaar is? Van de verloedering van de maatschappij? Van individualisme? Van minder goed functionerende managers die blijkbaar van hun leidinggevenden alle ruimte krijgen om zich niet aan service-afspraken te houden? Van directieleden die diezelfde ruimte geven en er zelf ook mee weg komen?

Als klant ervaar ik schrijnende voorbeelden, met kromme tenen en innerlijke weerstand ondergaand. Maar gelukkig werken er in de retail ook toppertjes van medewerkers waar ik heel erg blij van word. Dat zijn dan ook meteen de winkels waar ik heel graag kom, terug kom en zelfs speciaal voor omrij. Want service wèrkt, daar ben ik heilig van overtuigd!

Een vorm van service waar je van moet houden en wellicht aan moet wennen is de klantbenadering van Nespresso. Allereerst moet je “member” worden om de cupjes te mogen kopen. Dat levert een gevoel van uniciteit op. Je kunt de felbegeerde cupjes daarna via internet bestellen of je huppelt naar de Bijenkorf om ze aan te schaffen. In het warenhuis aangekomen sta je in de rij en word je opgehaald door de medewerker om aan de balie je bestelling te mogen doen. De medewerker attendeert je op de nieuwste, allerlekkerste smaakjes en vraagt of je nog ergens anders mee geholpen wil worden. Na betaling stapt de koffiemijnheer of dame achter de balie vandaan en overhandigt je het keurige nespresso-tasje met doosjes waar je de komende weken mee vooruit kunt. Want minder dan 5 doosjes kopen mag niet. Aan het eind van deze koopbeleving word je een kopje Nespresso-genot aangeboden aan de bar. Overdreven? Volgens menig Nederlands denkend mens wel. Maar wat heb je liever? De kauwgomkauwende puber die haar kletsende collega vele malen interessanter vindt dan jou als klant en geen enkele moeite doet om je te helpen? Of de Nespresso-beleving?

Rijdende rockster

Ik ga toch nog even terug naar Andalusia. Een selectie uit mijn 12 verhaaltjes heb ik als blog verwerkt. Het verhaal over de rockende buschauffeuse wil ik je eigenlijk ook niet onthouden.

Soms maken mensen op de een of andere manier indruk op je. Heb je een klik met iemand. Of is er een vorm van herkenning. Als ik er goed over nadenk dan zijn het altijd mensen met passie, die me kunnen raken. Passie voor iets, het maakt niet uit waarvoor. Voor werk, een hobby, andere mensen, reizen, mooie producten, muziek.

Naast het hotel waar ik verblijf, 8 kilometer van Sevilla vandaan, ligt een bushalte. Omdat ik geen zin heb om met m’n huurauto door Sevilla te crossen en het wèl leuk vind om in een lokale bus te rijden, stap ik drie dagen achtereen in een retro-historische diesel. Voor nog geen 2 euro een retourtje Sevilla. 25 minuten enkele reis. Genieten van de omgeving en de lokale bevolking.

De eerste dag ontmoet ik haar bij het instappen. De chauffeuse. Wat een gaaf mens. Beeld je in: een hele pittige tante, ongeveer mijn leeftijd, hoogblond haar in een hoog opgestoken paardenstaart, wielrennerhandschoentjes aan, felrode nagellak en een stoere donkere zonnebril. Zodra je betaald hebt en naar je plaats wankelt, zet ze haar bus in beweging en haar muziek snoeihard aan. Op radiozender hardrock. Haar rijstijl is bijzonder temperamentvol en als haar iets niet zint, gaat haar handschoen op de claxon en houdt ze die daar een tijdje. In een ritje van 25 minuten gebeurt dat overigens met grote regelmaat. Ze rijdt stevig door, gunt haar spiegels slechts millimeters ruimte en neemt bochten alsof ze in een porsche rijdt. Ondertussen geniet ze zichtbaar en hoorbaar van haar rockmuziek. Ze stopt trouwens keurig voor mensen op een zebrapad en is bijzonder vriendelijk voor haar passagiers. Ongevraagd zet ze me 3 dagen achter elkaar netjes voor de deur van het hotel af, terwijl daar op de terugweg helemaal geen halte is. Tijdens 2 van de 6 ritjes die ik in totaal met haar meemaak, ben ik haar enige passagier in die grote piepende, haast vergane bus. Op de een of ander manier heb ik een klik met haar; we wisselen geen woord maar kijken elkaar een paar keer lachend aan als ze weer aan het stunten is. Als ik uitstap zegt ze iets voor mij compleet onverstaanbaars – het klinkt wel heel aardig – en met een grote glimlach word ik door haar nagezwaaid en nagetoeterd. Als ik al bijna in het hotel ben, hoor ik de muziek langzaam wegebben naarmate de bus verder weg rijdt.

Mijn vakantie is alweer een paar maanden geleden. Sommige momenten zijn stevig in mijn herinneringen verankerd. Het beeld van de rijdende rockster is er één van.