Samuel

Meivakantie 2014. Peter en ik rijden met de meisjes naar Frankrijk. Oorspronkelijk zouden we in de Dordogne onze vakantie vieren, maar de regen verdrijft ons naar het Zuiden, waar de zon zich wel laat zien. Op de terugweg gaan we 2 dagen naar Disneyland. Het land van sprookjes, magie, bloemen, vrolijkheid, kleuren, schittering en verwondering; dat willen we de dames graag laten beleven!

Onze eerste Disneydag. De bus naar het park stopt in de straat van het hotel. In een redelijk lege bus stappen we in. Dat verandert al snel bij de volgende 2 haltes….enorme rijen mensen staan te wachten voor de halte en de bus is al snel propvol. Ik zit nog steeds in een stoel en voor mij staat een jongetje helemaal verdrukt tussen zijn moeder en heel veel andere mensen. Hij staat er angstig bij en aan de blik in zijn ogen te zien heeft hij het syndroom van Down. Ik vraag hem – en daarna aan zijn moeder – of hij misschien bij me op schoot wil zitten. Een grote glimlach op zijn gezicht verschijnt – althans dat zegt de moeder want ik kan zijn gezicht niet goed zien. Ik kom met zijn moeder in gesprek – een Engelse dame. Ze vertelt me dat Samuel moeilijk zijn balans kan houden als hij staat en dat ze daarom enorm waardeert dat hij op mijn schoot mag zitten. Samuel ondertussen (hij blijkt 11 te zijn maar qua lengte had ik hem als 6-7 jaar ingeschat) heeft grote belangstelling voor mijn handen. Hij aait ze, streelt de ringen om mijn vingers en hij wordt helemaal rustig. Op de een of andere manier voel ik me enorm verbonden met hem. De moeder vertelt dat het ongeveer een maand duurt voordat Samuel een nieuwe naam van een persoon kan onthouden. Wow. Een máánd!

Na een kwartiertje in de benauwde bus arriveren we bij het park. Ik neem afscheid van Samuel en zijn familie en stort me samen met Peter en de meisjes in de drukte van het land van Disney. Me realiserend dat kunnen leven zonder al te veel beperkingen toch een onbeschrijfelijk voorrecht is. Dank je wel Samuel.

>family picture

brieven, dagboeken en foto’s

Op 3 januari jongstleden krijg ik een telefoontje. Er is een kamer vrij voor mijn moeder, in het St. Pieters & Bloklands gasthuis in Amersfoort. Het tehuis waar ze inmiddels ruim een jaar op de wachtlijst staat. Op 8 januari moet moeders verhuisd zijn, anders vervalt de kamer. Een bizarre week breekt aan. In 5 dagen tijd een verhuizing regelen, van een appartement waar je niet via de voordeur maar via een raam en een verhuislift moet verhuizen. Afscheid nemen – met traktatie natuurlijk – van de dagopvang. Ziekenhuis, 4 specialisten, huisarts, thuiszorg, huishoudelijke hulp, trombosedienst, woningbouwvereniging en vele andere instanties informeren. Regelen dat het goed gaat met de medicatie. Verhuisdozen inpakken. Ik maak voor mijn werk veel planningen met korte deadlines maar dit is een uitdagende. Het lukt, met veel hulp van Toos en Henk; zij bevestigen keer op keer dat ze goud waard zijn. Ook Evert helpt een aantal dagen mee, super. Peter en ik rijden heel wat kilometers in die 5 dagen.

Inmiddels zijn we een aantal weken verder. Met moeders gaat het gelukkig goed. Nadat ze een flinke terugval had, krabbelt ze nu weer wat op. Ze heeft het naar haar zin en vindt haar kamer helemaal mooi.

In mijn huiskamer staan nog steeds een aantal tassen met bijzonder waardevolle spullen. Brieven van mijn vader aan mijn moeder en brieven van mijn moeder aan mijn vader. Uit de jaren 1956 en 1957. Ik wil ze allemaal lezen, helaas ontbreekt me nog de tijd. Massa’s foto’s. Ik word er stil van. Agenda’s. Mijn vader heeft vanaf begin jaren ’90 een dagboek bijgehouden, elke dag een bladzijde in een jaaragenda vol geschreven. Tot 5 dagen voor hij overleed, heeft hij elke dag zijn belevenissen vereeuwigd. Heftig om te lezen, ik durf er niet goed aan te beginnen.

Vandaag heb ik een vrije dag genomen om allerlei afspraken te regelen. Met een fulltime baan, een relatie en moeders valt het me niet mee om tijd voor mezelf te vinden. Een half uurtje heb ik, om in een dagboek te lezen. Tissues bij de hand. Ik sla een willekeurige bladzijde open van een agenda die ik uit een van de tassen graai. Het is de agenda uit het jaar 1999.

27 december 1999:”Het was totaal geen fijne kerst. Inge is nog steeds niet echt beter, we gaan even bij haar buurten. Ze vertelde dat ze donderdag weer gaat werken, wat een dom meisje is ’t toch. Nooit eens uitzieken en altijd maar weer aan d’r werk denken. Om 20:00 uur gaan we weer naar huis en kijken een film”…

14 maart 2014, 15 jaar later. Ik geloof dat ik nog steeds een dom meisje ben.

IMG_2788

gevangenis

Huilend kom ik haar op de gang tegen. Een van de 6 bewoonsters van het kleinschalig wonen waar onlangs mijn moeder naar toe is verhuisd. Een keurige dame van 92 jaar. Een klein oud menske. Ze is dement, maar dat is soms niet te merken. Ze staat achter haar rollator, in de deur van haar kamer, te huilen. Intens verdrietig. Ik vraag haar wat er aan de hand is. “Ik wil mijn zoon bellen, maar dat mag niet. Ik wil hem nù bellen, waarom mag ik hem nu niet bellen?”.

Ik ontdekte onlangs dat de bewoners geen telefoon op hun kamer mogen hebben. Best wel gek eigenlijk. De bejaarde dame huilt nog harder en met rode ogen kijkt ze me aan. “Waarom mag het niet, het is toch geen gevangenis hier??”, vraagt ze aan me. Ik heb geen goed antwoord paraat.

Haar verdriet raakt me behoorlijk. Ik loop naar de verpleegkundige om haar te waarschuwen. De verpleegkundige kijkt vanachter haar computerscherm naar me op en geeft me antwoord: “Oh, dat doet ze wel vaker”, waarna ze verder tikt op haar toetsenbord. Geen enkele vorm van zorg of medeleven. Geen enkele poging om op te staan. Direct weer verzonken in haar computerwerk.

Ik loop terug naar de verdrietige dame en probeer haar te troosten. Kansloos.

Ik loop naar de uitgang van de afdeling, tik de cijfercode op de deur in en ga naar huis. Geraakt, machteloos en verdrietig.

storm

Dinsdagochtend 24 december. Ik word vroeg wakker door de storm. Ik luister er naar en besluit om niet zoals ik gepland had, om 8:00 uur bij AH op de stoep te staan om de laatste boodschappen in huis te halen. Ik lijk wel gek, ik heb de afgelopen weken alleen maar gerend en te lange dagen gemaakt. Nu even een uurtje voor mezelf. Ik geniet van dit moment. De warmte van mijn bed, de rust, mijn thuis. De wind raast rondom het huis en beukt er tegen aan. Net als de tijd, die lijkt te razen rondom mijn leven. Er zijn periodes, dan beukt het er tegen aan. Alweer een jaar voorbij. Wat gaat dat bizar snel. Een jaar van verandering is nu alweer historie. De manier waarop ik leef is nogal veranderd het afgelopen jaar. Met sommige veranderingen heb ik simpelweg te dealen omdat ik ze niet leuk vind en omdat ik er geen invloed op kan uitoefenen. En met sommige veranderingen (met name de komst van Peter, Vera en Kira in mijn leven) ben ik bijzonder blij. Dat ik mijn leven af en toe als te vol ervaar, daar wil ik zelf iets aan veranderen. Ondanks dat ik erg kan kicken op drukte en dynamiek, ik enorm geniet van organiseren en verantwoordelijkheid èn ik een rasechte regeltante ben, verlang ik ook vaker naar stiltes in de storm van mijn bestaan merk ik. Even kijken hoe ik dat kan gaan regelen in 2014.

Ik wens je een onwijs mooi nieuw jaar toe!

IMG_1224 - Version 2

meedogenloos ontwricht

Een onzichtbare vijand
Op een dag merk je het
Er is een vreemde in haar huis
Een ongenode gast
Zonder zich voor te stellen
Zonder zich bekend te maken

Haar leven wordt anders
Haar gedrag verandert
Argwaan en achterdocht
Verwarring neemt toe

Wie is toch die indringer
Die langzaam maar zeker
Haar leven zonder mededogen
meedogenloos ontwricht

Zekerheid maakt plaats voor vertwijfeling
Verdriet verdringt de vreugde
De angst slaat toe
De dagen worden korter
De nachten niet lang genoeg

Ik zie mijn moeder verdwijnen
Haar wijsheid en haar kracht
Haar inzicht en haar vreugde
Verloren voor altijd

Ik zie mijn moeder kind worden
Haar volwassenheid en welzijn
Haar waardigheid en eer
Verloren voor altijd

Ik blijf van haar houden
Ik blijf haar troosten
Ik blijf voor haar zorgen
Tot haar of mijn laatste dag

Met gebruikmaking van een gedicht van Therese van der Toolen

_DSC1614 - Version 2

An ziekenhuis

indrukwekkend Istanbul

De gebouwen die er staan zijn mooi, maar niet geweldig. De stad is allesbehalve schoon. Veel verval heb ik gezien. Er zijn maar weinig panden die netjes afgebouwd, laat staan netjes afgewerkt zijn. Er zijn geen mooie parken. De obers die voor hun restaurant staan lonken je hun domein binnen. Op dag 1 voel je je nog vereerd door zoveel aandacht, op dag 2 vind je het al minder leuk, op dag 3 is het ronduit irritant. En op dag 4 loop je nog liever een straatje om dan dat je wéér langs die klantenlokkers moet.

Istanbul. Indrukwekkend vind ik het. Het gejammer van gebeden dat ’s morgens al in alle vroegte op vol volume door de stad galmt, wekt me elke dag redelijk ruw. Oordoppen kunnen het luidruchtige ritueel niet van me weghouden. Een aantal keer per dag schelt de voorganger fel door de straten van de stad. Het gebed klinkt af en toe ronduit boosaardig maar dat zal het vast niet zijn geweest.

Istanbul. Vrouwen worden overduidelijk als een minder volwaardig wezen beschouwd, althans dat is mijn (voor)oordeel nadat ik een tijdje bij de ingang van de blauwe moskee heb gestaan. Bij de vrouweningang dan wel te verstaan; de hoofdingang is voor de mannen, vrouwen worden geacht via de zij-ingang naar binnen te gaan. Met gemengde gevoelens kijk ik naar dames die compleet in zwart gehuld en van top tot teen bedekt zijn met stof. En ik zie maar weinig volwassen vrouwen zònder hoofddoek.

Indrukwekkend Istanbul. Het is goed om deze stad een keer beleefd te hebben. Istanbul heeft me geraakt, maar ik werd er niet blij van. Ik was er waarschijnlijk veel te kort om de schoonheid ervan ècht te ontdekken of ik heb niet goed gekeken. In tegenstelling tot vele andere steden, heb ik er geen aanleiding gevonden om er een tweede keer heen te gaan. Maar het is zeker goed om een keer ondergedompeld te zijn geweest in een stad met een cultuur die echt ànders is.

DSC_3665 - Version 2

zorg-vakantie

Moeders geeft al een paar maanden aan dat ze graag met vakantie wil. Dus ik heel naïef, van de zomer, op zoek naar de site van de zonnebloem. Ik kom er al gauw achter dat er voor dementerende bejaarden weinig mogelijkheden zijn om vakantie te vieren. Zegge en schrijven één verzorgde week per jaar wordt er georganiseerd. Zowel bij de Zonnebloem alsook bij het Rode Kruis blijkt de wachtlijst lang. Te lang. “Voor 2014 zit alles al vol mevrouw”. Wat? Voor 2014 zit alles al vol? Dat is wel heel erg vooruit kijken voor de doelgroep.

Bij Allegoeds vakanties is er nog plek. In november. “Mits uw moeder aan de voorwaarden voldoet, dus wilt u aub dit inschrijfformulier invullen”. Een document met 6 kantjes vol vragen. De selectie is streng. Na formulier 1 volgt een aantal weken later formulier 2. En 3 en 4. Ruim €1000,- en 4 documenten, 2 belletjes en 4 mails verder en de toestemming is rond. Moeders is door de commissie heen. Het is over een week zo ver. Moeders gaat op vakantie. Een week naar de Veluwe, in een hotel met verzorging in aanwezigheid van verpleging. In de zomer was ze nog heel enthousiast. Op dit moment is het wat minder, haar blijheid over de vakantie. Ik hoop zó onwijs dat ze gaat genieten. Dat alles goed is geregeld, de zorg goed gaat, de medicijnen goed verstrekt worden, moeders niet te veel uit haar structuur raakt en daardoor onrustig wordt of heimwee krijgt. Ik maak me zorgen over de zorg. Ik maak me zorgen over mijn moeder alsof ze een kind is die voor het eerst op schoolreis gaat. Ik hou mijn hart vast, ben er zelf onrustig door en hoop zó dat ze een zorgeloze, onbezorgde week heeft. Wat gun ik haar dat gevoel.

_DSC3270

de praatmevrouw

Wat een dag. Op weg naar mijn werk sta ik eerst dik in de file. Het regent niet, het is niet mistig, er liggen geen blaadjes op de weg noch op het spoor, niks van dat al. Er zijn simpelweg te veel auto’s op de snelweg. De rit kost me bijna 1,5 uur. 200% extra reistijd. Een superhectische ochtend volgt. Iets na 12:00 uur sprint ik naar mijn auto, op weg naar Geldrop. Moeders moet naar de gynaecoloog en naar de geriater. Aan de eerste dokter in kwestie heeft ze een bloedhekel (niet zozeer aan de man zelf, des te meer aan wat hij doet) en de 2e specialist noemt ze de gezellige praatmevrouw. Het duurt lang voordat we naar binnen mogen bij dokter 1. Waardoor de afspraak met dokter 2 enigszins in de soep loopt. Na vriendelijk improvisatietalent van de geriater mogen we alsnog binnen. Beide artsen stellen heel wat vragen aan An en bij elke vraag kijkt moeders mij aan, omdat ze zelf het antwoord niet kan bedenken. “Zo mevrouw van de Ven, hoe gaat het met u”? An kijkt mij aan, twijfelt en antwoordt aarzelend dat het goed gaat. Dat is haar standaard antwoord: het gaat goed. “Waarom bent u hier?”, vraagt een van de artsen. “Tja, dat vraag ik me ook af”, is moeders reactie. Na 4 uur te hebben gedaan over een bezoek aan 2 specialisten, schuiven we aan bij de rij bij de apotheek. Na heel wat op en neer gesjouw met rolstoel, wachten, auto halen, wachten enzo verder, breng ik moeders eerst naar huis en ga ik boodschappen voor haar doen. Bij haar thuis werk ik de boodschappen en de administratie weg, schrijf ik in de overdrachtsmap van de thuiszorg het laatste moeders-nieuws, vertel ik voor de 8e keer aan An dat ze over een paar weken met vakantie gaat (ander verhaal, heeft heel wat voeten in aarde gehad maar hèhè, het is gelukt, An kan op vakantie), hang ik haar kleren klaar voor de rest van de week en ga ik tegen 19:30 uur, onder protest van moeders (“ga je nu alweer, je bent er maar net”), naar huis. Na 1,5 uur saai rijden (ritje valt tegen, nu er bezuinigd wordt op de verlichting op de snelweg) ben ik thuis, haal ik de kliko op, hang ik de was op, ruim ik de schone was weg, maak ik eten en ga achter mijn pc zitten. Terugdenkend aan de geweldig aardige geriater met engelengeduld. Dokter Bloemen. Een vrouw met veel zorg en oprechte aandacht voor haar patiënten. Ik deel de mening van mijn moeder wel. Hulde aan de praatmevrouw.

>Terschelling 2

17,6 miljoen in 2040

Toegegeven. Het zal anders voelen als je thuis komt van een trip naar India. Waar het niet al te schoon en overvol schijnt te zijn – ik ben er nog nooit geweest maar ik geloof het meteen. Het valt me steeds meer op. Geen idee waar dat aan ligt. Had ik er voorheen minder oog voor? Was het voorheen minder relevant?

Het aantal inwoners in Nederland blijft stijgen tot ongeveer 2040, is de verwachting. We groeien (dicht) tot 17,6 miljoen mensen. 17,6 miljoen mensen in een overbevolkt land. Waar het eigenlijk altijd druk is. Mooi weer? Files naar het strand. Spitsuur? Noem het gerust spitsuren, want het aantal uren dat er per dag files op de Nederlandse snelwegen staan, blijft niet beperkt tot 1. Wandelen? Een overbevolkt bos op zondag. In de trein? Als haringen in een tonnetje.
Naar een concert? Een muzikale mensenmassa en na afloop uren wachten tot je met je auto weer van het parkeerterrein af bent. Druk is het in Nederland. Veel te veel mensen die ook nog eens veel te veel rotzooi maken. Het lijkt wel of iedereen het normaal vindt dat rotzooi op straat en in de natuur gegooid wordt. In Nederland kan alles. In Nederland permitteren heel veel mensen zich heel erg veel.

Schiphol, weer thuis na 5 dagen Stockholm. Ik word ondergedompeld in de massa. Herrie, drukte, rotzooi en heel veel mensen. Zweden, een land van rust, groen, ruimte, water en netheid. Wat een tegenstelling. Het zal wel weer wennen. Morgen weer aan het werk. De drukte is weer terug. Ik kan niet wachten tot de volgende vakantie.

hop on hop off

Stockholm

Iedereen die ik er vooraf over hoorde was positief. “Stockholm, já, dat is een leuk stad!!” De groep enthousiastelingen is uitgebreid met 2, sinds afgelopen week. Samen met Peter heb ik er 5 dagen rond gesjouwd. Fotogeniek is Stockholm niet; met veel pijn en moeite heb ik een zeer beperkt aantal leuke plaatjes kunnen produceren. Hetgeen overigens waarschijnlijk meer aan mijn inspiratie lag dan aan de stad. Ik had het veel te druk met genieten. Opvallend schoon is het er. Er ligt geen rotzooi op de grond, niet op straat, niet in gebouwen, niet in het station, nergens. De stad kent mooie gebouwen, paleizen en een erg leuke old-town (Gamla Stan). De panden zijn er kleurrijk, de mensen erg aardig. Opvallend veel sporters lopen er rond en heel weinig mensen met overgewicht; daar zal vast een relatie tussen zitten. In de wijk waar we het hotel hadden, Ostermalm, werden de straten rijkelijk bezet door indrukwekkend dure auto’s. Ik vermoed dat Zweden weinig last heeft van de crisis; in ieder geval kent een groot deel van Stockholm geen armoede. Veel water, uiteraard. Veel groen. Rust en ruimte. Heerlijke “fika” bij de koffie. In 1,5 uur vlieg je naar Stockholm. Waar je nog “ouderwets” je geld omrekent, van euro’s naar Zweedse Kronen. Goedkoop is het er beslist niet trouwens. Zin in een leuke stad, eens een keer iets anders dan Londen of Parijs? Stockholm, zeker doen!

Gamla Stan

Drottningholm