Service en cupjes

Onder het genot van smaakbeleving “zwart” en een heerlijk muziekje tik ik deze blog. Een blog die gaat over service verlenen. Al zo lang als ik in de retail werk is “service” een doel. Zowel bij mijn vorige werkgever, de blauwe jongens, als bij mijn huidige hoofdsponsor blijft het een nagenoeg kansloze uitdaging om alle medewerkers in de winkel service te laten verlenen. En wat is dat dan, “service”? Bij HEMA definiëren we het bijzonder eenvoudig: de klant aankijken en begroeten, netjes te woord staan, meelopen als ze om een artikel vraagt en tenslotte fatsoenlijk afscheid nemen. De meest basale vorm van service verlenen. Want de volgende stap is in gesprek gaan met de klant en bijverkopen. Begaan zijn met de klant, het leuk vinden de klant te helpen. De klant belangrijk maken. Passie hebben en uitstralen. Zo kan ik nog wel even doorgaan. In elk programma dat ik sinds 2007 heb geschreven voor de winkels, zit wel een service-element opgesloten. Ik zal niet al te negatief zijn: er is de afgelopen jaren best het een en ander verbeterd, de bijverkoop stijgt behoorlijk en er zijn filiaalmanagers die echt zichtbaar passie hebben voor hun vak en van hun klanten houden. Maar nog al te vaak is het droevig gesteld met de service en passie in de winkels. Is het een kwestie van de zogenaamde Nederlandse nuchtere cultuur? Van fatsoen, dat in steeds mindere mate in de opvoeding van jongeren herkenbaar is? Van de verloedering van de maatschappij? Van individualisme? Van minder goed functionerende managers die blijkbaar van hun leidinggevenden alle ruimte krijgen om zich niet aan service-afspraken te houden? Van directieleden die diezelfde ruimte geven en er zelf ook mee weg komen?

Als klant ervaar ik schrijnende voorbeelden, met kromme tenen en innerlijke weerstand ondergaand. Maar gelukkig werken er in de retail ook toppertjes van medewerkers waar ik heel erg blij van word. Dat zijn dan ook meteen de winkels waar ik heel graag kom, terug kom en zelfs speciaal voor omrij. Want service wèrkt, daar ben ik heilig van overtuigd!

Een vorm van service waar je van moet houden en wellicht aan moet wennen is de klantbenadering van Nespresso. Allereerst moet je “member” worden om de cupjes te mogen kopen. Dat levert een gevoel van uniciteit op. Je kunt de felbegeerde cupjes daarna via internet bestellen of je huppelt naar de Bijenkorf om ze aan te schaffen. In het warenhuis aangekomen sta je in de rij en word je opgehaald door de medewerker om aan de balie je bestelling te mogen doen. De medewerker attendeert je op de nieuwste, allerlekkerste smaakjes en vraagt of je nog ergens anders mee geholpen wil worden. Na betaling stapt de koffiemijnheer of dame achter de balie vandaan en overhandigt je het keurige nespresso-tasje met doosjes waar je de komende weken mee vooruit kunt. Want minder dan 5 doosjes kopen mag niet. Aan het eind van deze koopbeleving word je een kopje Nespresso-genot aangeboden aan de bar. Overdreven? Volgens menig Nederlands denkend mens wel. Maar wat heb je liever? De kauwgomkauwende puber die haar kletsende collega vele malen interessanter vindt dan jou als klant en geen enkele moeite doet om je te helpen? Of de Nespresso-beleving?

Rijdende rockster

Ik ga toch nog even terug naar Andalusia. Een selectie uit mijn 12 verhaaltjes heb ik als blog verwerkt. Het verhaal over de rockende buschauffeuse wil ik je eigenlijk ook niet onthouden.

Soms maken mensen op de een of andere manier indruk op je. Heb je een klik met iemand. Of is er een vorm van herkenning. Als ik er goed over nadenk dan zijn het altijd mensen met passie, die me kunnen raken. Passie voor iets, het maakt niet uit waarvoor. Voor werk, een hobby, andere mensen, reizen, mooie producten, muziek.

Naast het hotel waar ik verblijf, 8 kilometer van Sevilla vandaan, ligt een bushalte. Omdat ik geen zin heb om met m’n huurauto door Sevilla te crossen en het wèl leuk vind om in een lokale bus te rijden, stap ik drie dagen achtereen in een retro-historische diesel. Voor nog geen 2 euro een retourtje Sevilla. 25 minuten enkele reis. Genieten van de omgeving en de lokale bevolking.

De eerste dag ontmoet ik haar bij het instappen. De chauffeuse. Wat een gaaf mens. Beeld je in: een hele pittige tante, ongeveer mijn leeftijd, hoogblond haar in een hoog opgestoken paardenstaart, wielrennerhandschoentjes aan, felrode nagellak en een stoere donkere zonnebril. Zodra je betaald hebt en naar je plaats wankelt, zet ze haar bus in beweging en haar muziek snoeihard aan. Op radiozender hardrock. Haar rijstijl is bijzonder temperamentvol en als haar iets niet zint, gaat haar handschoen op de claxon en houdt ze die daar een tijdje. In een ritje van 25 minuten gebeurt dat overigens met grote regelmaat. Ze rijdt stevig door, gunt haar spiegels slechts millimeters ruimte en neemt bochten alsof ze in een porsche rijdt. Ondertussen geniet ze zichtbaar en hoorbaar van haar rockmuziek. Ze stopt trouwens keurig voor mensen op een zebrapad en is bijzonder vriendelijk voor haar passagiers. Ongevraagd zet ze me 3 dagen achter elkaar netjes voor de deur van het hotel af, terwijl daar op de terugweg helemaal geen halte is. Tijdens 2 van de 6 ritjes die ik in totaal met haar meemaak, ben ik haar enige passagier in die grote piepende, haast vergane bus. Op de een of ander manier heb ik een klik met haar; we wisselen geen woord maar kijken elkaar een paar keer lachend aan als ze weer aan het stunten is. Als ik uitstap zegt ze iets voor mij compleet onverstaanbaars – het klinkt wel heel aardig – en met een grote glimlach word ik door haar nagezwaaid en nagetoeterd. Als ik al bijna in het hotel ben, hoor ik de muziek langzaam wegebben naarmate de bus verder weg rijdt.

Mijn vakantie is alweer een paar maanden geleden. Sommige momenten zijn stevig in mijn herinneringen verankerd. Het beeld van de rijdende rockster is er één van.

Moeder & mist

Het is mistig buiten als ik naar Brabant rij. Ik worstel door een dik pak watten naar mijn moeder in Geldrop. Als ik binnen kom, lijkt het alsof moeders niet meer weet dat ik zou komen. Ze zou namelijk in haar “pakkie prachtig”, zoals ze dat zelf noemt, klaar zitten. En het pakkie dat ze aan heeft, is alles behalve prachtig. Toch beweert ze bij hoog en bij laag dat het vest dat ze aan heeft, als feestkleding bedoeld was. Zo tactisch mogelijk (redelijk kansloos) vraag ik mijn moeder of een jasje niet veel leuker is.
Na een vertwijfelde verkleedpartij vertrekken we naar het feest van haar schoonbroer, mijn oom, die 80 jaar wordt. Ome Jac werkte héél lang geleden als verzorger bij PSV en daarom wordt het feest in het PSV-stadion gehouden, in eetcafé de Verlenging. Ik wens ome Jac nog een lange gezonde verlenging toe en zo te zien lukt dat wel want hij ziet er uit als iemand van 70. En hij gedraagt zich als iemand van 60.
Het is druk, er zijn onwijs veel gasten en mijn moeder geniet van de Brabantse muziekkapel “de Strijpse Kraaien”. Vrolijk kraait ze de hits uit de oude doos mee, ze klapt in haar handen en ik geniet van de ontspannen lach op haar gezicht. Ik neem moeders mee naar de tribune zodat ze het stadion “in het echt” kan zien. Ook dàt vindt ze geweldig. Ik moet zeggen dat ik het verlichte stadion zelf ook indrukwekkend vind om te zien, ondanks dat ik er in het verleden regelmatig te vinden was. Het lukt me die avond – op één ieniemienie momentje na – om geduldig met mijn moeder te zijn. Een overwinning in de Verlenging. Na een paar uurtjes breng ik haar naar huis. Inspannend is de rit vervolgens naar Amersfoort; het zicht is op veel plekken beperkt tot nog geen 50 meter. Ik bedenk me onderweg dat die mist op de weg wel een keer oplost. De mist in mijn moeders hoofd wordt de komende jaren alleen maar dikker.

Alleen mijn vader

Best pijn doet het soms. Onbewust schuif ik die momenten meestal voor me uit. Ontwijk ik het. Vanavond maak ik het mee. Mijn vader. Godsamme wat mis ik hem af en toe. In 2005 is hij, na een ziekbed van 2,5 jaar, overleden. Overlijden. Wat een rotwoord. Het was inderdaad lijden en daarna was het over. Er zijn dagen, soms zelfs weken, dat ik niet aan hem denk. Er zijn momenten dat ik met een glimlach aan hem denk. En er zijn momenten dat ik hem intens beleef. Gevoed door iets dat ik hoor, zie of voel. Een lied, een klank, een geur, een beeld. In het kluisje in mijn huis liggen een aantal dvd’s met filmpjes en foto-compilaties die ik van hem gemaakt heb. De meest dierbare en waardevolle beelden die ik bezit.

Levendig zijn mijn herinneringen. Samen wielrennen, tafeltennissen, badmintonnen en hele zomers lang elke dag samen zwemmen. Barbecuen in de grote tuin. De tuin die hij zo nauwkeurig bijhield. Later ook mijn eigen tuin die hij zo Pietje-precies in vorm hield. De gesprekken die ik met hem voerde over mijn werk, auto, huis, hypotheek, mijn moeder. De moeite die hij had met het uiten van zijn gevoel maar toch voelde het goed tussen ons. De vakanties die we samen hebben gevierd. Portugal, Florida, Spanje en onze gezamenlijke laatste trip naar Rome. Zijn zelfgemaakte patat en goddelijke pannenkoeken. De sirtaki die we samen dansten in de woonkamer toen hij weer eens een dramatische uitslag kreeg van een onderzoek in de tijd dat hij zo ziek was. Zittend naast zijn bed op de recovery in het ziekenhuis toen hij ontwaakte na zijn eerste zware operatie na de alles-op-z’n-kop-zettende diagnose “darmkanker”. Het eerste dat hij zei toen hij wakker werd? “Operatie geslaagd, patiënt overleden”. Een bijzonder soort humor had hij. Daarna de loodzware operaties aan zijn lever en longen. Zittend aan zijn bed, de laatste week van zijn leven. Ons gesprek, waarbij hij zijn zorg over mijn moeder uitte. Zijn laatste woorden, toen hij de laatste 2 morfine injecties tegelijkertijd kreeg: “zeg maar nee dan krijg je er 2”, waarin 100% humor en zelfspot doorklonk. Zijn enorme kracht en doorzettingsvermogen. Zijn strijd en heel af en toe zijn zwakke momenten. Best pijn doet het.

Afscheid en toekomstmuziek

Ik schreef er al eerder over. En nu schrijf ik er voor de laatste keer over. Mijn stoere partner in crime, waar ik een haat/liefde relatie mee had. Als ie het goed deed en er zin in had, was ik erg blij met mijn Dodge. Stoer, heerlijk hoog op de wielen, lekker muziekje, leuke lichtjes en heel veel ruimte. Aangezien ik veel ruimte om me heen nodig heb, beviel die bak me wel. Maar de tank werd steeds eigenzinniger en grimmiger. Hij viel zelfs spontaan uit op de snelweg. Waarbij zowel de rembekrachtiging als de stuurbekrachtiging ineens weigerden en geloof me, dat rijdt niet heel ontspannen. Zeker niet als je met 120 km over de weg sjeest en er niet zelf voor kiest om ineens uit te vallen. Ik viel zelf ook wel uit overigens, toen ik naar mijn gevoel minutenlang later stil stond, op een paar cm na tegen een benzinepomp. Mijn verbale toespraak was niet heel liefkozend. “Klaar, dit is echt de grens, die bak wordt me nog eens fataal, ik durf niet meer”. Dat was de tekst de dag erna, naar mijn leidinggevende, met daarbij het dossier van alle mankementen van de auto, op diverse A4-tjes geprint. Ik ben erg blij dat mijn baas een flinke partij inlevingsvermogen heeft en akkoord gaf om afscheid te nemen. Momenteel rijdt deze dame tijdelijk in een best wel veilige Volvo. De wagenparkbeheerder vindt mij een bijzonder lastig mens, want nu wil ik graag winterbanden onder deze interimbak. Dat vindt de beheerder te duur voor een tijdelijke auto. Te duur? Hoe bedoel je, ik wil gewoon zo veilig mogelijk rijden en het wordt een barre winter zegt Piet!! Beheerder ligt een beetje dwars dus Ven vervolgt haar strijd. Ik baal dat ik over zoiets geweldig leuks als een lease-auto, zoveel strijd moet voeren. Ondertussen mocht ik een nieuwe auto bestellen. Dat bestellen van een nieuwe auto vind ik nog steeds zo waanzinnig gaaf en zo extreem decadent. Zomaar via internet een auto samenstellen en met een muisklik bestellen. Alsof het een bouwpakketje is van een paar euro. Als alles volgens planning loopt en rijdt, mag ik vanaf eind januari in een prachtig maanlichtblauwe spiksplinternieuwe mega-gave auto rijden. Die ik met veel enthousiasme en euforie (een bijna-jarig kind is er niks bij) in 2 avondjes internetten heb uitgezocht. Met klasse muziekboxen er in. En veilige winterbanden er onder. Wauw!!

Stunten met taart

Met enorme verbazing heb ik gisteravond de tweets gevolgd. Echt heel bijzonder om te zien wat er door het Nederlandse volk allemaal getwitterd werd en vooral, in welke hoeveelheden. Over de prijs van €0,00 die bij de clafoutistaart van HEMA op de site stond. Over het algemeen gingen er heel wat positieve tweetjes door de lucht, met een soort van massale oproep om vooral veel gratis taarten te bestellen. Er werd druk gespeculeerd of het een fout was, een stunt was, bewust of onbewust. Vervolgens “ontdekte” een vrolijke twitteraar dat HEMA vandaag jarig zou zijn en ja hoor…” het is een zeer bewuste marketingstunt!!”.

Ondertussen werd er achter de schermen hard gewerkt om de fout van de site te halen. Daarbij deed Murphy zijn best om nog veel meer in de soep te laten lopen. Terwijl de ene groep collega’s bezig was om de fout te herstellen, werd er door de andere groep naarstig nagedacht over hoe we een positieve wending aan een menselijke fout konden geven. Na een nacht doorwerken door de collega’s van de IT-afdeling (geloof het of niet, er moet heel wat gebeuren om het herstel van een dergelijk foutje in juiste banen te leiden, denk o.a. aan de bestelsystemen van de bakkerij) waren we het allemaal eens: de duizenden bestellers krijgen allemaal een gratis taart. Nee, niet de tientallen taarten die door sommige klanten besteld zijn (als er iets gratis is, gaan er wat remmen los), maar wel voor elke besteller een gratis taart. Temeer omdat we vandaag toevallig ook jarig waren. Een geweldige samenloop van diverse gebeurtenissen, ondersteund door veel positieve reacties in de media. Zelfs BNR besteedde er aandacht aan. Ondanks de hectische dag die deze situatie met zich meebracht en het vele werk dat we er met een groot aantal mensen aan hebben gehad, ging ik vanavond met een gevoel van trots en tevredenheid naar huis. Ik vind dat we het met elkaar goed hebben opgelost. En gelukkig vindt het Nederlandse publiek dat over het algemeen ook. Je wil niet weten wat voor leuke, grappige en vooral enthousiaste reacties we vandaag bij de klantenservice hebben ontvangen. Soms zelfs voorzien van foto’s. Zojuist heb ik met een grote grijns op m’n gezicht onderstaand artikel gelezen, dat op de website van de Telegraaf stond. En kon het niet laten er nog een laatste verhaaltje over te tikken.

Gratis HEMA-taart dijk van een pr-stunt’
SANTPOORT – „Een dijk van een pr-stunt.” Zo karakteriseren retail- en marketingdeskundigen het ‘foutje’ op de website van de HEMA, waardoor vele duizenden klanten donderdag kans zagen een gratis taart te bestellen.

Retailkenner Gerard Rutte wijst erop dat donderdagmiddag al berichten over Twitter gingen dat een gratis taart te bestellen was. HEMA moet dat geweten hebben, want die volgen Twitter op de voet, weet Rutte. „Ze hadden meteen kunnen ingrijpen, maar dat hebben ze niet gedaan.”
„De directie is natuurlijk meteen op de hoogte gesteld”, denkt Rutte, „en ze hebben gedacht laat maar gebeuren”. Op een klein foutje is onmiddellijk een „professionele actie gevolgd”. HEMA had alle bestellingen kunnen annuleren door zich op de algemene voorwaarden te beroepen, maar dat deden ze niet, aldus Rutte. „Van een klein foutje hebben ze een positief gebeuren gemaakt; een buitengewoon slimme actie.”
Rutte: „Kijk eens hoeveel vrije publiciteit dit oplevert. Daar kan geen reclame tegen op. Bovendien zo’n taartje kost niet zo veel. Mensen komen hun taartje halen en kopen en passent nog wat andere dingen.” Volgens de retaildeskundige is de actie te zien als een extra bonus-aanbieding.
Ook merkenstrateeg Paul Moers van marketingstrategiebureau PM.SMS gelooft niet in toeval. Hij spreekt van een beslist weldoordachte marketingstunt. „Dit soort fouten maakte de HEMA niet. Ze hadden a la seconde kunnen ingrijpen, maar deden dat pas aan het einde van de dag.”
Moers wijst erop dat HEMA bovendien een geschiedenis heeft in publiciteitsstunts. „Een sympathieke goeie grap. Even laten zien dat we er zijn”, luidt de conclusie van Moers.

Vragen aan jezelf

Het boekje keek me ineens aan, toen ik op de site van het bolle mannetje op zoek was naar iets heel anders.
Nieuwsgierig geworden zoomde ik in maar zoals een goed boek betaamt, moet je het eerst aanschaffen en lezen om daarna pas te kunnen beoordelen of het een goed boek is.
De titel “50 vragen aan jezelf” intrigeerde me. Mmmmm, wellicht kan ik wel wat hulp gebruiken om vragen aan mezelf te stellen. De antwoorden zal ik toch zelf moeten bedenken. Je snapt het al, ik heb het boekje gekocht. Een overduidelijk gevalletje van een impulsaankoop. Dat me aanzet tot denken. De schrijver vind ik per definitie een hele slimme gozer. Een boekje met 50 bladzijden met op elke bladzijde één regel. Dat hem heel gemakkelijk nogal wat geld oplevert en de lezer aanzet tot denken. Althans, dat doet het wel met mij. Wie weet ook met jou? Een voorproefje.

Als jouw leven verfilmd wordt, wat is dan de titel?
Hoe maak jij keuzes in je leven?
Wat waardeer je het meest in mensen?
Wat weten de meeste mensen niet over jou?

Kijk en keur film

Zoals ik in een eerder geplaatst verhaaltje beschreef, heeft mijn profiel ooit een tijdje op een datingsite gestaan. Een paar weken geleden kreeg ik een mailtje van die club. Ik kon me inschrijven om samen met nog 74 andere single dames en 75 single heren, gratis een preview te zien van een film die eind oktober uit zou komen. In het Ketelhuis op het terrein van de Westergasfabriek in Amsterdam. Dat leek me wel wat, want ik vind het cultuurpark daar echt een fantastisch gebied. Alleen al rondlopen en koffie drinken is er een feestje. En die film sprak me ook wel aan. Nog geen 2 seconde nadenkend schreef ik me in. Een paar dagen voor de voorstelling kreeg ik een mail dat ik een van de gelukkigen was. (Hoezo “gelukkigen”? Dat bepaal ik nog altijd zelf wel!). Er waren ruim 700 aanmeldingen en ik hoorde bij de 150 snelle beslissers. Dat kan wel kloppen, ik kan aardig snel en vaak o zo impulsief beslissen.

Vorige week zondagmiddag was het zover. Het was prachtig weer. Onderweg naar Amsterdam bedacht ik me dat het eigenlijk wel zonde van die zonnestralen was om binnen te zitten, maar oké, het kon best leuk worden, die film. Waar ik helemaal niet aan gedacht had, was dat het de meeste kijkers daar helemaal niet om de film ging maar enkel en alleen om het ontmoeten van een potentiële prins of prinses. Noem me gerust naïef, want dat blijk ik achteraf ook wel te zijn. Ik wilde gewoon een leuke film in een leuk filmhuis op een erg leuk terrein zien. Bij binnenkomst kreeg ik een naambadge overhandigd. Euuhhh…. ik dacht het niet hè. Ik ga echt geen naambadge dragen, ik ben niet aan werk (ik associeer naambadges met events die we op het werk organiseren) en als iemand wil weten hoe ik heet dan vraagt-ie er wel om.

Ik zocht de plek op waar ik cappuccino kon scoren en bekeek het publiek van een afstandje. Dat was een film op zich. Ik heb mijn ogen uit gekeken. De groep zoekzuchtigen was heel gemengd, in leeftijd en uiterlijk, dat was leuk om te zien. Gelachen heb ik (nee, niet hardop, zo onfatsoenlijk ben ik nou ook weer niet) over hoe de prinsen en prinsessen elkaar benaderden. Innerlijk gegierd van het lachen heb ik bij het aanschouwen van een best wel knappe prinses die zichtbaar ongelukkig benaderd werd door een best wel euuhhh…. niet zo koninklijk uitziende prins. Ik vroeg me af hoe de dame in kwestie zich daarbij zou voelen. En wat ik zelf in die situatie zou doen. Enigszins voorspelbaar vluchtte ze naar het toilet. Zou ik denk ik ook gedaan hebben, veel andere mogelijkheden waren er ook niet. Al met al was het een boeiend schouwspel, waarbij mijn visuele fantasie me veel binnenpret opleverde. In tegenstelling overigens tot de werkelijke film. Die was echt heel triest. De story ging over een man en een vrouw (tja, hoe toepasselijk) die beiden zwaar depri in een nog zwaarder deprimerende stad woonden en op zoek waren naar het geluk. Geluk, dat ze ruim een uur lang niet konden vinden en nèt voor het einde van de film ineens per toeval wel. Nul inhoud, een hele trieste voice-over en donkere, sombere beelden. Mijn gedachten gingen tijdens het bekijken van al die ellende uit naar de zon buiten. Waarom zat ik in hemelsnaam binnen in een donker hol naar een super sombere film te kijken? De aftiteling was nog niet begonnen toen ik als eerste de zaal uit snelde. De uitnodiging negerend om samen met de 149 andere sologangers nog enige drankjes te nuttigen met de bedoeling elkaar beter te leren kennen. Nee dank u. Ik ga van de – mogelijk laatste – zonnestralen van het jaar genieten buiten. Leven en frisse lucht. Zon, koffie en een creatieve omgeving, daar heb ik alsnog van genoten daar in dat Amsterdamse park. Weer een ervaring ten gevolge van een impulsieve beslissing rijker, maar waar ik desondanks toch geen enkele spijt van heb gehad.

Genoeg over Andalusía

Het zijn dus geen 12 blogjes over Andalusia geworden. Eerlijk gezegd ben ik er wel een beetje klaar mee. Ik heb nog meters tekst over die 12 dagen op de plank liggen hoor, maar daar ga ik jullie en mezelf niet mee vermoeien.

Ik heb een mooie vakantie gehad. Met een paar korte momenten waarop ik baalde dat ik er alleen was en niet samen met een leuke kerel voor wie ik bijzonder ben en die voor mij bijzonder is. Er zijn – gelukkig – véél meer momenten geweest waarop ik het alleen prima naar mijn zin had en tot in het diepst van mijn ziel intens genoot van alle mooie dingen die ik er zag. Momenten dat ik me gelukkig prijsde dat ik mijn vakantie überhaupt kon beleven; menig mens heeft die mogelijkheid niet.

Er zijn dagen geweest waarop ik – behalve met een ober – geen woord hoefde uit te spreken omdat ik simpelweg met niemand anders contact had. Er zijn avonden geweest dat ik onwijs heb zitten kletsen met gezellige tafelgenoten. Ik was onder de indruk van de prachtige natuur, van relaxte mensen zoals een rockende buschauffeuse en een buschauffeur die op een zeer on-Nederlandse wijze een probleem oploste. Ik was onder de indruk van ongekende lompheid en daartegenover pure gastvrijheid van hoteleigenaren, van de gemoedelijke sfeer in het laatste hotel waar ik was, van de stilte, de zee en van de sterren.

Ondertussen draait de wereld en de tijd gewoon door. Ik heb zin om weer over andere onderwerpen te tikken. De vele verhaaltjes die zich in mijn hoofd opstapelen willen de ruimte krijgen zich te verspreiden via de digitale wolkjes. Ven blijft nog even bloggen als je het niet erg vindt.

Andalusía – Stilte onder de sterren

Ergens, heel erg afgelegen, midden tussen de olijfbomen ligt een oude olijfmolen omgebouwd tot hotelletje met 8 kamers. Het is er doodstil als ik arriveer. Er gaat een raam open en het gezicht van een oudere dame verschijnt. Ze blijkt de schoonmaakster te zijn en spreekt geen woord Engels.
Met handen en voeten maak ik haar duidelijk dat ik een gast ben. De dame belt waar ik bij ben de eigenaar en vervolgens krijg ik een sleutel van een overigens prachtige authentieke kamer. Heel sereen, rustig, zeg maar gerust giga afgelegen ligt het hotel. Hopelijk komen er wel nog andere gasten, anders is het wel heeeeeel erg stil. Ik ontdek later op de dag inderdaad nog 2 andere gasten. Ik vermoed Nederlanders, overduidelijk een homostel. Niet dat het een doelstelling was van me, maar het is me snel duidelijk dat ik mijn Don Juan hier niet zal vinden;-))

Later in de middag ontmoet ik de beheerder van het hotel. Niet echt de vriendelijkheid zelf eerlijk gezegd. Hij doet geen enkele moeite om me welkom te heten, uitleg te geven over diner of ontbijt etc. Ik vermoed dat er in de omgeving niet echt veel te beleven valt dus ik wil wel graag iets eten in de avond. Niet al te enthousiast zegt de beheerder, ik noem hem even voor het gemak Carlos, dat dat kan. Hij vermeldt er ook nog bij dat de andere 2 gasten ook zullen eten. Nou, dat is dan nog enigszins gezellig, anders zou ik er alleen gezeten hebben.

Tegen 20:00 kom ik het restaurant binnen en de 2 Nederlandse heren zitten inmiddels aan een tafeltje. Ze vragen meteen of ik bij hen wil komen zitten en natuurlijk wil ik dat wel, leuk! Na haast een smeekbede “mogen” we van Carlos buiten zitten eten. De man is zo flexibel als een hele kudde olijfoliemolens bij elkaar.

Het wordt een onwijs leuke avond. Het is lachen met die 2 mannen. We zitten in de enorme patio, de temperatuur is heerlijk en er worden steeds meer sterren zichtbaar in de hemel. Dat ligt niet aan de wijn overigens. Naast onder de tafel liggen van het lachen bespreken we ook serieuze onderwerpen; alledrie hebben we een dementerende moeder, we bespreken ons werk, hebben het uitgebreid over relaties (zij zijn al 22 jaar samen…..ik vraag naar hun geheim. Elkaar de ruimte laten en vooral veel genieten. Lijkt me een prima geheim). We hebben het over vakanties maar ook over politiek, leiding geven, ouder worden etc. De uren flitsen voorbij en het is zomaar ineens 2:00 uur. We doen zelf het licht uit want Carlos is al een tijdje geleden afgehaakt. Vervolgens zitten we een kwartier – zonder ook maar iets te zeggen – te genieten van de stilte onder de sterren.

Op mijn kamer aangekomen heb ik gezelschap gekregen van een (soort van) zwarte tor van een formaat waar ik van onder de indruk ben. Mmmm, dit vind ik niet echt leuk. Iemand roepen is geen optie en ik durf het beest niet zelf te vangen. Jakkes.
Ik besluit de volgende dag te vertrekken; ik heb geen zin om ergens te blijven waar ik als enige gast te maken heb met een chagrijnige hoteleigenaar. Ik kom de dag later terecht in een soort van paradijs op aarde: Cortijo Puerto El Peral alwaar ik de resterende dagen van mijn vakantie met onwijs veel plezier doorbreng.

Deze foto heb ik gemaakt toen ik een paar dagen aan de kust verbleef. De natuur is er veel groener dan bijvoorbeeld in de omgeving van Sevilla.