De gebouwen die er staan zijn mooi, maar niet geweldig. De stad is allesbehalve schoon. Veel verval heb ik gezien. Er zijn maar weinig panden die netjes afgebouwd, laat staan netjes afgewerkt zijn. Er zijn geen mooie parken. De obers die voor hun restaurant staan lonken je hun domein binnen. Op dag 1 voel je je nog vereerd door zoveel aandacht, op dag 2 vind je het al minder leuk, op dag 3 is het ronduit irritant. En op dag 4 loop je nog liever een straatje om dan dat je wéér langs die klantenlokkers moet.
Istanbul. Indrukwekkend vind ik het. Het gejammer van gebeden dat ’s morgens al in alle vroegte op vol volume door de stad galmt, wekt me elke dag redelijk ruw. Oordoppen kunnen het luidruchtige ritueel niet van me weghouden. Een aantal keer per dag schelt de voorganger fel door de straten van de stad. Het gebed klinkt af en toe ronduit boosaardig maar dat zal het vast niet zijn geweest.
Istanbul. Vrouwen worden overduidelijk als een minder volwaardig wezen beschouwd, althans dat is mijn (voor)oordeel nadat ik een tijdje bij de ingang van de blauwe moskee heb gestaan. Bij de vrouweningang dan wel te verstaan; de hoofdingang is voor de mannen, vrouwen worden geacht via de zij-ingang naar binnen te gaan. Met gemengde gevoelens kijk ik naar dames die compleet in zwart gehuld en van top tot teen bedekt zijn met stof. En ik zie maar weinig volwassen vrouwen zònder hoofddoek.
Indrukwekkend Istanbul. Het is goed om deze stad een keer beleefd te hebben. Istanbul heeft me geraakt, maar ik werd er niet blij van. Ik was er waarschijnlijk veel te kort om de schoonheid ervan ècht te ontdekken of ik heb niet goed gekeken. In tegenstelling tot vele andere steden, heb ik er geen aanleiding gevonden om er een tweede keer heen te gaan. Maar het is zeker goed om een keer ondergedompeld te zijn geweest in een stad met een cultuur die echt ànders is.


