Wat is ze onwijs moedig, mijn moeder. Wat blijft ze positief, mijn moeder. Wat zal ze het ongelooflijk moeilijk hebben. Ze weet het. Ze is zich er pijnlijk van bewust en wordt er steeds meer onzeker van. Wat gaat het hard bergafwaarts momenteel. Zowel gisteren als vandaag is ze alle besef van dag en dagdeel kwijt. Op zondagavond is ze er van overtuigd dat het maandagochtend is. Ze wacht beneden in de hal op de taxibus voor de dagopvang. De medicijnen van maandag neemt ze op zondagavond in. Ik heb heel wat overtuigingskracht nodig om haar in de realiteit te praten. Dat lukt, maar slechts voor heel even. Haar geheugen wordt steeds meer “heel even”.
Wat is het af en toe verschrikkelijk moeilijk om te beseffen dat mijn moeder steeds meer in haar eigen wereld zal gaan leven. Een wereld die haar bang maakt. Een wereld waar ik zelf ook met angst naar kijk. Wat is het soms moeilijk om te bepalen waar ik goed aan doe. En wat de juiste timing is. Wat is dementie ongelooflijk mensonwaardig.
