Het is mistig buiten als ik naar Brabant rij. Ik worstel door een dik pak watten naar mijn moeder in Geldrop. Als ik binnen kom, lijkt het alsof moeders niet meer weet dat ik zou komen. Ze zou namelijk in haar “pakkie prachtig”, zoals ze dat zelf noemt, klaar zitten. En het pakkie dat ze aan heeft, is alles behalve prachtig. Toch beweert ze bij hoog en bij laag dat het vest dat ze aan heeft, als feestkleding bedoeld was. Zo tactisch mogelijk (redelijk kansloos) vraag ik mijn moeder of een jasje niet veel leuker is.
Na een vertwijfelde verkleedpartij vertrekken we naar het feest van haar schoonbroer, mijn oom, die 80 jaar wordt. Ome Jac werkte héél lang geleden als verzorger bij PSV en daarom wordt het feest in het PSV-stadion gehouden, in eetcafé de Verlenging. Ik wens ome Jac nog een lange gezonde verlenging toe en zo te zien lukt dat wel want hij ziet er uit als iemand van 70. En hij gedraagt zich als iemand van 60.
Het is druk, er zijn onwijs veel gasten en mijn moeder geniet van de Brabantse muziekkapel “de Strijpse Kraaien”. Vrolijk kraait ze de hits uit de oude doos mee, ze klapt in haar handen en ik geniet van de ontspannen lach op haar gezicht. Ik neem moeders mee naar de tribune zodat ze het stadion “in het echt” kan zien. Ook dàt vindt ze geweldig. Ik moet zeggen dat ik het verlichte stadion zelf ook indrukwekkend vind om te zien, ondanks dat ik er in het verleden regelmatig te vinden was. Het lukt me die avond – op één ieniemienie momentje na – om geduldig met mijn moeder te zijn. Een overwinning in de Verlenging. Na een paar uurtjes breng ik haar naar huis. Inspannend is de rit vervolgens naar Amersfoort; het zicht is op veel plekken beperkt tot nog geen 50 meter. Ik bedenk me onderweg dat die mist op de weg wel een keer oplost. De mist in mijn moeders hoofd wordt de komende jaren alleen maar dikker.

