Mijn vorig verhaaltje heeft de nodige reacties los gemaakt. En grappig genoeg kreeg ik geen reacties van wie ik dat normaal gesproken wel altijd krijg. Voor de mensen die zich zorgen maken: nee, ik heb er ècht geen last meer van dat ik geen praktiserende familie meer heb en ik kom ècht niks tekort. Dank voor alle lieve en zorgzame woorden trouwens; zorg is niet nodig en lieve woorden mogen altijd natuurlijk. Zo, is dat ook weer uit de wereld geholpen. Over tot de orde van deze blog.
Door mijn hobby plaatjes schieten kom ik op plekken waar ik voorheen niet snel zou komen. Een hele mooie bijkomstigheid, die de activiteit nog boeiender maakt dan dat het al is. Vorige week heb ik met 5 andere plaatjesmakers 2 uur mogen schieten in een tramtunnel in Den Haag. Gewoon een soort metrostation onder de grond, zoals je die in grote steden heel veel ziet. Normaliter mag je er niet fotograferen, maar een van de collega’s zorgde voor de aanvraag van schriftelijke toestemming. Met daarop precies aangegeven gedurende welke tijd we er aan de slag mochten. Maar goed dat we allemaal een printje van die toestemming op zak hadden, want na nog geen 5 minuten had ik al een beveiligingsbeambte in m’n nek hijgen. Dat doen ze daar trouwens beter dan op Schiphol; daar duurde het 2,5 uur voordat ik aangesproken werd op het feit dat ik gekleurde prullenbakken fotografeerde. Maar dat terzijde. Die tramtunnel was een uitdaging; de combinatie van vreselijke TL-lampen en daglicht maakte het lastig om anders dan kanariegele platen te schieten. Dat mijn statief op een gegeven moment in elkaar zakte was ook een handicap te noemen (nee, het ding is niet overcode; pas een jaar oud en echt niet goedkoop..). Van de 190 prentjes die ik maakte, ben ik blij met 4 leuke. Niet heel goed, maar wel leuk. En onwijs leerzaam om te doen.
De week ervoor was ik in Scheveningen, in een woonzorgcentrum. En tehuis waar nogal vermogende – deels dementerende – bejaarden van 80 jaar of ouder wonen. Die ieder een eigen kamer hebben (zeg maar gerust, een appartement, zo groot) en gebruik kunnen maken van gemeenschappelijke ruimtes zoals een koffiekamer, eetzaal, kerk e.d. Het tehuis houdt over een aantal weken een open dag wegens een zoveeljarig bestaan en wil dan een foto-expositie houden. De vraag aan ons (groepje van 11 hobbyisten) was om de bewoners te portretteren en om iets van de omgeving vast te leggen. Nou vind ik portret schieten het allermoeilijkste wat er is en ik heb er dan ook totaal nog geen ervaring mee. Maar wat vond ik het leuk om met deze mensen te praten, voor zover dat mogelijk was. De mate van contact maken varieerde per persoon van totaal niet – compleet afwezig en levende in haar eigen wereld – tot en met gezellig kletsen. De 2 dames van wie ik het meest onder de indruk was, waren inderdaad van deze 2 uitersten. Een mevrouw trof ik in haar kamer terwijl ze aan het eten was. Nul contact. (Dat ze heel slecht hoorde, hielp natuurlijk ook niet echt;-). Compleet gefocust op haar maaltijd, ogen in de stand “andere wereld”. Toch heb ik een blik in m’n lens van haar kunnen vangen. De andere dame was een statige dame van 101 jaar oud. Ik was totally impressed. Als iemand zou zeggen dat ze 20 jaar jonger zou zijn, had ik het ook geloofd. Wat een energie. Nog geheel geen sprake van dementie, ze schildert elke week de leukste prenten, ze leest, kletst, zit in een tekenclubje. Ongelooflijk. Voor de fotoshoot had ze zich keurig aangekleed. En volgens haar was het maar goed dat we haar als eerste fotografeerden, want “tja, ik ben al een dagje ouder en wie weet ben ik er over een paar weken niet meer en dan hangen er in ieder geval een paar leuke plaatjes van me”. Geweldig. Een droom om zo oud te worden. Ik hoop dat zij de oudste mens van NL wordt, een en al vrolijkheid. Wat is het toch heerlijk als mensen gewoon aardig zijn in plaats van narrig. We vroegen haar naar haar geheim om zo fris en fruitig oud te worden. Haar antwoord: “leef met mate, maar geniet vooral van veel”. Betere woorden om dit blogje af te sluiten kan ik niet verzinnen.

